Stellantis trapt het stroompedaal in: het concern investeert tot 2025 € 30 miljard in elektrificatie en software. Stellantis komt met vier nieuwe EV-platformen, gaat vijf accufabrieken bouwen en heeft ook de introductie van solid state-accu’s op de planning staan. Daarnaast heeft ieder merk een specifieke elektrificatiestrategie.

Stellantis, dat is gevormd uit FCA en PSA, gaat over het hele productportfolio elektrificeren. Uiteindelijk wil het concern leidend worden op het gebied van ‘low emission vehicles’, waarmee Stellantis doelt op volledig elektrische modellen en plug-in hybrides. De nadruk ligt vooral voor de Europese markt op de volledig elektrische modellen, maar ook de Amerikaanse merken als Dodge en RAM presenteren hun elektrificatieplannen.

Vier nieuwe platformen

Om die snelle elektrificatie kracht bij te kunnen zetten, komt Stellantis met vier nieuwe modulaire EV-platforms: STLA Small, STLA Medium, STLA Large en STLA Frame. STLA Small is vooral gericht op kleinere stadsauto’s en heeft een actieradius tot 500 kilometer, bij Medium, dat vooral bedoeld is voor de premiummerken, gaat dit omhoog naar 700 kilometer. Large is vooral bedoeld voor de performancemodellen en ‘American Muscle’, terwijl Frame, met een ‘body on frame’-constructie, bedoeld is voor de bedrijfsauto’s en pick-ups. Deze twee platformen moeten allebei tot 800 kilometer ver moeten kunnen komen op één acculading. Ieder platform heeft een productiecapaciteit van 2 miljoen auto’s per jaar.

Stellantis - elektrische auto's

Stellantis zet bij de ontwikkeling van die platformen in op de mogelijkheid voor ieder merk om zijn ‘unieke karakter’ te behouden. Voor de stroomvoorziening moeten in 2024 twee verschillende soorten accu’s gaan zorgen: een accu met een ‘hoge energiedichtheid’ en een alternatief dat vrij is van nikkel en cobalt, maar met een minder hoge energiedichtheid. Wel moeten de kosten per kWh van het nikkel- en kobaltvrije alternatief 20 procent lager liggen. In 2026 heeft Stellantis de introductie van solid state-accu’s op de planning staan.

Voor STLA Small komt de geplande accucapaciteit neer op 37 tot 82 kWh, De Medium-modellen krijgen een accucapaciteit van 87 kWh tot 104 kWh, terwijl Large met 101 tot 118 kWh op de markt komt. Frame heeft met 159 tot ‘200+’ kWh de grootste accucapaciteit tot zijn beschikking. STLA Frame komt daarnaast met een ‘Range Electric Paradigm Breaker’. Over die vooralsnog geheimzinnige technologie maakt Stellantis in een later stadium meer bekend.

Stellantis - elektrische auto's

Voor de aandrijving komt Stellantis met drie verschillende elektrische aandrijfmodules: de eerste heeft een vermogen van 70 kW en een voltage van 400 Volt, de tweede komt met een vermogen van 125 tot 180 kW. De sterkste aandrijfmodule krijgt 150 tot 330 kW aan vermogen en komt ook met 800 Volt. Die aandrijfmodules zijn flexibel op te stellen in voorwiel- achterwiel of vierwiel aangedreven configuraties. Volgens Stellantis zijn de vier platformen en de aandrijfmodules zodanig opgezet dat de bodemplaat hetzelfde is, maar ieder merk uit het concern zijn iedere aanpak erop kan loslaten.

Productiecapaciteit opschroeven

Om al die accu’s te kunnen leveren investeert Stellantis in minimaal vijf ‘gigafactories’, waarvan drie in Europa komen te staan: in Frankrijk, Duitsland en Italië. De overige twee worden in Amerika gebouwd. Naast de eigen accufabrieken sluit Stellantis contracten met externe partners om in de productie van de accu’s te voorzien. De productiecapaciteit moet in 2025 op 130 GWh per jaar liggen en in 2030 moet het concern ‘meer dan 260 GWh per jaar’ aan totale accucapaciteit kunnen produceren.

Uiteindelijk voorspelt Stellantis dat men flink kan gaan besparen op de productiekosten van de accu’s. In 2024 moeten de productiekosten 40 procent lager liggen dan in 2020, in 2030 moet daar nog eens een aanvullende 20 procent bovenop worden bespaard. Mede dankzij die besparingen moet de ’total cost of ownership’ van een elektrische auto in 2026 op hetzelfde niveau liggen als dat van een auto met verbrandingsmotor. Stellantis stelt geen einddatum voor de verbrandingsmotor. In plaats daarvan moet in 2025 98 procent van de modellen geëlektrificeerd zijn en moet in 2030 meer dan 70 procent van de Europese verkoop en 40 procent van de Amerikaanse verkoop bestaan uit ‘Low Emission Vehicles’. Daarmee lijkt Stellantis plug-in hybrides dus niet uit te sluiten.

Ieder merk een nieuwe slogan

Als onderdeel van de elektrificatiestrategie krijgt ieder merk een nieuwe slogan. Niet ieder merk kwam op EV Day aan bod: Stellantis legde vooral de nadruk op RAM, Dodge, Fiat en Opel. Met name in het Amerikaanse portfolio valt nog een behoorlijke elektrificatieslag te slaan. 2024 lijkt een belangrijk jaar te worden: RAM komt dan met de elektrische RAM 1500 op het STLA Frame-platform. Dodge introduceert in dat jaar een elektrische Muscle-car. In de presentatie hintte men op de naam Charger voor dit model, maar voorlopig houdt Dodge hem nog even onder de pet. Uiteindelijk komen beide merken met een breed aanbod aan EV’s. Zo heeft RAM in 2030 in ieder segment een EV.

Stellantis - Dodge Ram

Fiat zegt in 2024 ook met een ‘offensief’ aan EV’s te komen. Het merk kondigde eerder aan in 2030 volledig elektrisch te worden. Ook komen er meerdere elektrische Abarths op de markt, maar die aankondiging blijft nog relatief vaag. Tot slot is er nog Opel, dat de verbrandingsmotor twee jaar eerder in 2028 de deur wijst. Daarnaast krijgt ieder merk een nieuwe slogan die past bij de elektrische toekomst. De meest opvallende zijn afkomstig van Abarth (Heating Up People, But Not the Planet), Alfa Romeo (From 2024, Alfa Becomes Alfa e-Romeo), Dodge (Tear Up the Streets… Not the Planet), Lancia (The Most Elegant Way to Protect the Planet) en Opel/Vauxhall (Green is the New Cool). Product aankondigingen die deze slogans kracht bijzetten zullen de komende jaren volgen.

Bronvermelding : Autoweek door Max Veldhuis

Foto’s : Stellantis

* Nieuwe en gebruikte elektrische auto’s op : EVTrader®